
Opgelet Zéér Belangrijk
Vanaf 2025 is in België de Vaccinatie voor Blauwtong type 3 en type 8 verplicht voor alle herkauwers. Type 4 is facultatief.
Info over het Blauwtongvirus
Verschijnselen
Een tot twee weken nadat een schaap besmet is geraakt met het virus, kunnen de eerste ziekteverschijnselen ontstaan. Het begint vaak met kwijlen en schuimbekken. Ook komt het voor dat schapen in eerste instantie alleen een stijve gang hebben.
De meest voorkomende verschijnselen bij schapen zijn zeer hoge koorts en algeheel ziek zijn. Mond en tong raken ontstoken. De tong wordt blauw, vandaar de naam blauwtong. Ook kunnen schapen kreupel worden door ontsteking aan de klauwen. De ziekte kan al binnen 24 uur tot sterfte leiden. Soms zijn de dieren dagen ziek en gaan ze daarna alsnog dood. Herstel is mogelijk, maar kan heel lang duren.
Middelen die de blauwtonginfectie aanpakken zijn er niet. De dieren worden behandeld met koortsverlagende en pijnstillende middelen en, indien er sprake is van ontstekingen, met antibiotica.
Het virus
Het virus wordt overgebracht door insecten (knutten). De incubatietijd (de periode tussen gestoken worden en het uitbreken van de ziekte) bedraagt vijf tot twintig dagen.
Het blauwtongvirus is in 2006 voor het eerst opgedoken in België. Het kwam tot dusver alleen voor in zuidelijke landen. Onbekend is hoe het hier is gekomen.
Vaccinatie
Het gaat om het zogeheten serotype 3. Er zijn 3 types van vaccin beschikbaar.
Het principe van vaccinatie is dat door het toedienen van een onschadelijke variant van de ziektekiem het dier niet ziek wordt, maar wel een inherente weerstand of afweer kan opbouwen. Het lichaam en het afweersysteem hebben wel tijd nodig om de cellen en antistoffen op te bouwen die de kiem kunnen tegenhouden.
Als een schaap door knutten besmet wordt met blauwtong, is het enkel ten volle beschermd als de basisvaccinatie en de wachtperiode achter de rug zijn, dus minstens drie weken na de basisvaccinatie. Wacht niet langer af!
Besmettingswijze
Het virus dat blauwtong veroorzaakt, het zogenaamde Orbivirus, wordt overgebracht door de steek van bepaalde muggen (culicoides). Herkauwers kunnen elkaar niet onderling besmetten. De mug brengt het over door eerst een besmette en daarna een onbesmet dier te steken.
Verspreiding door de knut
De ziekte kwam eerder alleen voor in warme gebieden, gelegen tussen 40 graden noorderbreedte en 35 graden zuiderbreedte. In Europa gaat het dan om Italië, Spanje, Portugal en Griekenland. In deze landen zijn regelmatig uitbraken van blauwtong. Vermoedelijk door klimaatveranderingen komen de ziekte verspreidende knutten steeds noordelijker voor.
Bedenk dat de besmetting ook via injectienaalden overgebracht kunnen worden. Probeer tijdens een uitbraak entingen of ontwormen per injectie te voorkomen. Of zorg voor iedere injectie voor een schone naald. Er kunnen besmette dieren in een koppel aanwezig zijn die de infectie via de naald door kunnen geven.
De knut
Er zijn 3 soorten knutten (Culicoides imicola obsoletes, dewulfi en pulicaris). De knut is 1-2 mm groot. De volwassen knut leeft 14-21 dagen. Bij kouder weer kan hij een maand oud worden. Hij kan 1-2 km ver vliegen maar de wind kan hem wel tot 300 km ver dragen. De knut vliegt in de schemer en ’s nachts, van april tot half oktober. De knut komt niet graag in stallen. Als hij er al zit dan moet hij met dieren meegelift zijn. Men gaat er vanuit dat de volwassen knut in de winter sterft en alleen de larven de winter overleven, deze dragen het virus niet.
Een ideaal gebied voor knutten is een omgeving waar dieren ’s nachts buiten zijn, met plassen en poeltjes verrijkt met mest en met beschutting tegen de wind (heggen).
Uit eigen ervaring blijkt de Achterhoek een goede omgeving voor de knut te zijn.
Men vermoedt dat in Nederland de knut Culicoïdes dewulfi een rol in de overbrenging van de ziekte speelt. Deze knut is aangepast aan het Europese klimaat en heeft een goede kans de winter te overleven.